Mijn team
Jongste jeugd

Jeugd

Senioren

Agenda
23-8-2025   Hapdag
Hele agenda


 

Jarigen
Vandaag:
Danny Eijpe
Mano Meulenberg
Katja Op het Veld
 
Morgen:
Zola Reuvers
Janneke Soons
 
Overmorgen:
Nynke Marie Groenendal
Mark Sprengers 
Jesayah Strüwer
Carel's Column: Wat is gezond? (9 juli)
9-7-2025
Wat is gezond?
Sporten is gezond! Althans, dat is het gezegde. In de loop van de tijd heb ik de nodige artikelen gelezen over sporten en gezondheid en daaruit leid ik af: bewegen is gezond, maar je moet het bewegen niet overdrijven. Topsport is dus niet per definitie gezond, want die overdrijven het sporten. Topsporters bedrijven hun sport veel sneller, harder, hoger, vaker, verder en langer dan gewone sporters en daar zit dus het gevaar. Overbelasting, vervroegde slijtage van lichamelijke onderdelen, soms in combinatie met veel mentale druk van het moeten presteren. Veel topsporters krijgen vroeger of later in hun sportcarrière lichamelijke of geestelijke problemen en hebben daar soms in hun latere leven dan ook nog last van. Dat wil niet zeggen, dat ze zonder topsport nooit last zouden hebben gehad van die problemen.

Er wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het gezonder bedrijven van (top)sport. Zo kwam ik een artikel tegen waarin een vergelijking werd gemaakt tussen hoofd- en nekblessures bij veldhockey en ijshockey. De onderzoekers wilden weten welke van deze twee sporten voor de meeste behandelingen in het ziekenhuis zorgden. Ze keken specifiek naar hoofd- en nekblessures. Het is een Amerikaans onderzoek dat 20 jaar terugkijkt (van 2000 t/m 2019) onder 5472 hockeyers (4472 op het ijs en 1000 op het veld). Hoewel ijshockey verhoudingsgewijs wel zorgde voor meer blessures aan hoofd en nek, zorgde ijshockey niet voor een groter risico op behandelingen in het ziekenhuis dan hockey. Dat is dan toch weer een geruststelling.

Ik heb in mijn hockeyleven een paar kleine hoofdblessures gehad: een aantal bulten en een gescheurde wenkbrauw, allemaal veroorzaakt door onzacht contact met een hockeystick. In één geval zelfs mijn eigen stick. Mijn meeste blessures bestonden uit schaafwonden (kunstgras), blauwe plekken en gekneusde lichaamsdelen. En als ik dan thuiskwam van training of wedstrijd en uitgebreid "de zielige jongen” uithing, dan zei mijn vader altijd, terwijl hij mij over zijn boek aankeek: "ach ja jongen, sporten is toch gezond”.